Op het hoogste gedeelte van de joodse begraafplaats in Muiderberg, rechts van de oprijlaan, staan een aantal rijen monumentale grafstenen. Over één ervan wil ik hier vertellen.
De steen vertoont een gebeeldhouwde afbeelding van een op zijn achterpoten staande leeuw, die met zijn voorpoten een boom met een levende en twee afgebroken takken vasthoudt. Boven dit tafereel staat in een boog het bijbelse vers “Zoals een leeuw een kudde overvalt vanuit het struikgewas bij de Jordaan…” (Jer. 49:19).
Het struikgewas, in Bijbels Hebreeuws ‘geon hajardeen'(“pracht van de Jordaan”) is een smalle strook land langs de Jordaan, die slechts nu en dan wordt overstroomd en rijk is aan dichte plantengroei en fauna. Daar kwamen in bijbelse tijden nog wel leeuwen voor, waarvan de laatsten tijdens de Kruistochten werden gedood (1,2).
De leeuw wordt meestal geassocieerd met Jacob’s zoon Juda (Gen. 49:9): “Sterk als een jonge leeuw ben jij, je verovert je prooi, mijn zoon, en keert naar je leger terug”(3). Zo werd de leeuw (Hebr. Arjeh) een veel gebruikte voornaam, vaak gecombineerd met Leib (Jiddisch uit het Duitse ‘Loewe’), tot Juda Arjeh, Juda Loeb of Arjeh Leib. Figuurlijk wordt de leeuw vaak gebruikt om een hooggeleerde te eren. Soms staat de leeuw naast een gebroken (levens-) boom, zinnebeeld van de dood. Een minder getalenteerde steenhouwer tekende in 1800 een rondborstige leeuw naast een kale boomstam in een bloempot met het opschrift “God’s boom” (4).
Op de duidelijke epitaph (grafschrift) staat:
“Hier ligt begraven een dapper, geliefd en geacht mens, hoog geprezen om al het goede dat hij in ruime mate verrichtte, beroemd voorzitter en bestuurder en bejaard hoofd van de Talmoed-hogeschool, moge zijn licht blijvend schijnen, zijn naam zij geloofd, de geachte Rabbijn Arjeh Leib Emmerich, zoon van de voorzitter en bestuurder Rabbijn Zalman Emmerich, zijn nagedachtenis zij tot zegen, overleden op de vooravond van donderdag en met eerbied begraven op vrijdag 25 Tewet 5498 (17 januari 1738). Moge zijn ziel gebundeld zijn in de bundel van het eeuwige leven.”
De naam Emmerich bracht me op een idee. In de genealogie van de familie Herschel uit Amersfoort was een lus naar Emmerich en terug. De koopman Adolf (Abraham) Herschel, geboren 3 januari 1821 in Emmerich, zoon van Simon Jesaias Herschel uit Amersfoort, overleed in Emmerich op 12 december 1851. Hij werd daar begraven en op zijn epitaph staat in het Hebreeuws de naam Abraham b. Simon Amersfoort!
Gelukkig schonk mijn overleden vriend Herbert Schüürman mij zijn prachtige boek Juden in Emmerich (5) en daarin een uitgebreid relaas over de vooraanstaande familie Gomperz in Emmerich. Daar werd Arjeh Loeb b. Zalman Emmerich in ca. 1654 geboren als zoon van (Moses) Salomon Salman Gomperz Emmerich, die op 17 juli 1708 in Kleef overleed en in Emmerich werd begraven.
In de 14de eeuw werd de oud-Duitse vorm van de voornaam ‘Gundbert’ vaak gebruikt in combinatie met de naam Ephraim of Mordechai in velerlei spellingen. Jonathan Israel (6) schrijft over deze familie “In het laatste kwartier van de zeventiende eeuw speelde eigenlijk maar één asjkenazische familie in de Republiek – de nakomelingen van Gompert Salomon – een rol in internationale transacties en haute-finance die vergeleken kan worden met die van leidende kooplieden en financiers uit de sefardische gemeenschap……De grondlegger van het familiefortuin en stamvader van deze uitzonderlijk welvarende asjkenazische familie was Gumpert Salomon die in de jaren twintig en dertig van de zeventiende eeuw een fortuin had verworven met de verkoop van spiritualiën en tabak aan het soldatenvolk van de Nederlandse garnizoenen in Kleef. Hij was de erkende leider en tevens rabbijn van de joden in Kleef en vestigde zich met zijn gezin in Emmerik.”
Bronnen
Y. Aharoni, “The Land of the Bible” (Londen 1967)
A.Alon, “Flora en fauna in het Land van de Bijbel (Zutphen 1967)
Z.Bar, “De leeuw is eigentlijk iemand die bang is voor niemand”(Misjpoge,8:27-82, 1995)
D.Goberman. “Carved memories” (New York 2000)
M.Brocke, C.Pelzer & H.Schüürman, “Juden in Emmerich”(Emmerik 1993)
J.I.Israel, “De Republiek der Verenigde Nederlanden tot omstreeks 1750” in J.C.H.Blom e.a. “Geschiedenis van de Joden in Nederland” (Amsterdam 1995).
Met dank aan mijn vriend Uri Link