genealogisch testament van Ze’ev Bar
Op 3 december 2019 overleed erelid Ze’ev Bar, 88 jaar oud. Tijdens de algemene ledenvergadering van de Kring op 30 maart 2014, heeft hij zijn ‘genealogisch testament’ uitgesproken:
Ik ben nu twee-en-tachtig en heb het grootste deel wel gehad. Zoals vaak ontwaakte ik vanochtend heel vroeg met wat losse flarden van een droom, die zoals steeds speelde in mijn zo vertrouwde kibboets: alledaagse zaken alsof zojuist en echt. Niet over oorlog, vlucht, angst of schrik, maar lopend over smalle betonpaden, in gesprek over kleinigheden met bekende lieden met bekende stemmen en bekende meningen; of wachtend beneden aan de weg voor een lift naar Naharya met de pest erin dat de starter van mijn tractor het weer niet had gedaan; dat soort dingen.

Dan, ineens, een vraag: waarom werd ik in Zwickau geboren? Mijn zuster Erni verbaast het dat het verleden mij zo bezig houdt, maar ik denk vooral aan vandaag: wie ik nu ben en hoezo.
Bilderdijk dichtte in 1811
Wat verschijne, wat verdwijne, ‘t hangt niet aan een los geval; in ‘t verleden ligt het heden, in het nu wat worden zal.
Het verleden van ons volk en onze familie was zo dramatisch dat er nauwelijks gelegenheid was om te overleven, laat staan te verwerken. Dus probeer ik in gedachten alles nog eens over te doen en de film hier en daar voor nader onderzoek te stoppen.
Wat mij van jongsaf heeft bezield is de drang het kleine eigen deel van de grote algemene geschiedenis te leren kennen door de flarden bijeen te brengen en in elkaar te passen. Onze voorouders en wijzelf waren wandelende joden, die in elke generatie weer heinde en ver uitzwierven naar verschillende delen van de wereld, onder andere omstandigheden en uiteenlopende denkbeelden. Met verschillende moedertalen en incidentele ontmoetingen, tòch via via op de hoogte van elkaars bestaan. Niets genoteerd, des te meer verteld.
Dan komt een tijd dat de legpuzzel zo’n beetje af is. Er ontbreken hier en daar stukjes, maar het plaatje wordt herkenbaar. Dat is een gevaarlijk moment. De lol is er een beetje af. Ik herken dat gevoel uit de tijd van mijn biologische onderzoeken. In den beginne was daar de vraag, de kinderlijke en heerlijk spannende nieuwsgierigheid, die ook alle grote onderzoekers dezer aarde moet hebben bezield. Naarmate je vordert groeit de spanning. Op een dag ben je voorlopig klaar, is de vraag beantwoord. Als je dan niets noteert en met anderen deelt, had je je de moeite kunnen besparen. Aldus mijn leermeesters. Daarom dwing ik mezelf nu het verhaal te schrijven zonder te weten of het iemand interesseert en ben ik dankbaar voor elke aansporing van kinderen, die al geen kinderen meer zijn, en kleinkinderen, die ook al volwassen zijn.
Genealogie is, bewust of onbewust, zelfonderzoek. Lopen er lijnen van je voorouders naar jezelf? Herken je bepaalde eigenschappen, stukjes genetische erfenis? De mens is misschien de enige soort met historisch bewustzijn. Wij kunnen verbanden leggen tussen verleden en heden. Niemand gelooft dat alles louter toeval is. De Amerikaanse historica Barbara Tuchman schrijft “Het vinden van zijn voorouders heeft altijd tot de vroegste instincten van de mens behoord.”