I.B. van Creveld
Belinfante in Den Haag*
Het begin van de joodse gemeenschap in Den Haag ligt midden in de 17e eeuw, toen vertegenwoordigers van de in Amsterdam wonende Portugese kooplieden zich in Den Haag vestigden. Omstreeks 1675 gingen de rijkste Amsterdamse sefardiem (= joden uit Spanje en Portugal) in Den Haag wonen, om dichter bij het Hof te wonen. Toen vestigden zich daar de families Pereira, Machado, De Pinto, Teixeira, Lopes Suasso, Henriques, Duarte. Zij kochten panden in de Hofbuurt, rond het Voorhout en de Vijverberg, waardoor daar een Portugees¬joods centrum ontstond. De nieuwkomers brachten hun eigen dienst¬personeel mee, voornamelijk berooide asjkenaziem (= joden uit Midden- en Oost-Europa). Deze asjkenaziem betrokken de veel goed¬kopere woningen rond de Nieuwe Kerk aan het Spui, in het haven¬kwartier.
■ Zodoende ontstond in het centrum van Die Haghe een tweede joods wooncentrum, specifiek van de asjkenaziem. Daar vestigden zich ook de uit Polen afkomstige joden, Tobias Magnus, Züsskind Pos (= Alexander Polak), Abraham Boas, die in het algemeen wat kapitaal¬krachtiger waren dan de uit Duitsland afkomstige asjkenaziem. Zij leverden de sjochet (= rituele beestensnijder) en zorgden voor een sjoel (synagoge) en een begraafplaats. De aanwas van de asjkenazische gemeente was vrij groot, mede door de aantrekkingskracht van de mecenas en filantroop Boas. De veel rijkere sefardische gemeente van Den Haag (de Portugees-joodse Natie) kreeg slechts incidenteel uit¬breiding. Zo vestigde zich hier in het midden van de 18e eeuw de sefardische familie Belinfante, een eeuw na de eerste vestiging van sefardiem. In dit artikel wordt ingegaan op de grote rol die deze familie ging spelen in het bestuur van de sefardische gemeente, op haar belang voor de asjkenaziem en voor het algemeen belang.
Dit artikel is nog niet helemaal af. De auteur wilde nog wat nader onderzoek doen. Maar het verhaal is naar de mening van redactie compleet genoeg om als hommage aan les gepubliceerd te kunnen worden.