Nederlandse Kring voor Joodse Genealogie

About Us Donaties

  • Home
  • Vereniging
    • Lid worden
    • Donaties
    • Herinneringen aan overleden NKvJG-leden
    • Bestuur
      • Privacy verklaring
      • Ereleden
    • Lezingen
    • Uitgaven van de NKvJG
    • Nieuwsbrief archief
  • 7e Lustrum
  • Onderzoek
    • De eerste stappen…
    • Atlas
    • Familieonderzoek
    • Bronnen
    • Begraafplaatsen
    • Geschiedenis
  • Misjpoge
  • Literatuur
    • Gezichten van Joods verzet
    • Recensies
    • Ze’ev Bar
      • Oorlogsjaren
  • Links
  • Contact

Redactie 9 maart 2021

De toekomst van de Joodsche Raad cartotheek

De kaart van de historicus Jacques Presser in de cartotheek van de Joodsche Raad

… ieder kaartje was een mens

De herinnering aan de Sjoa moet zijn gebaseerd op authentieke gegevens. We moeten antwoord kunnen geven op vragen als: wie waren de slachtoffers? Hun juiste namen, geboortedata, waar woonden zij? Wat was hun beroep ? Wat was hun familiesamenstelling, waren zij orthodox of liberaal? Wanneer werden zij in Westerbork geregistreerd? In welke barak? Zijn zij gearresteerd of hebben zij zich gemeld? Wanneer werden zij gedeporteerd? Zo geven we de slachtoffers hun menselijke identiteit terug. Zo blijft het verhaal van de Sjoa actueel.

Veel vragen kunnen aan de hand van de Joodse Raadcartotheek worden beantwoord. In dit kaartsysteem staan de persoonsgegevens van Joden uit de bezettingstijd. Het gaat om ca. 158.000 kaarten. De digitale kopie van dit systeem is sinds 2005 bij het Herinneringscentrum Westerbork in gebruik en sinds 2010 door het Joods Historisch Museum. Het heeft daar zijn humanitaire en wetenschappelijke waarde reeds bewezen.

Op 25 januari 2021 heeft het Rode Kruis bekendgemaakt de Joodse Raad Cartotheek over te dragen aan het Joods Cultureel Kwartier (JCK). Daarmee geeft het Rode Kruis gevolg aan het advies van de Commissie Toekomst Joodse Raad Cartotheek. De commissie was begin 2020 ingesteld nadat er twijfels waren gerezen over de toegankelijkheid van de cartotheek.[1]

Dit leidt tot twee belangrijke vragen. In de eerste plaats: hoe is de cartotheek van een Joodse organisatie terechtgekomen bij het Rode Kruis? De tweede vraag is, in hoeverre het probleem van toegankelijkheid is opgelost door de fysieke cartotheek aan het JCK over te dragen en de gedigitaliseerde cartotheek te laten beheren door het Nationaal Archief. Het doel van de herinnering is te zorgen dat ook op de lange termijn de gegevens toegankelijk zijn en dat deze op de juiste manier kunnen worden geïnterpreteerd.

De geschiedenis van de cartotheek

Raymund Schütz, , rechtshistoricus, voormalig archivaris Oorlogsarchief Nederlandse Rode Kruis, heeft dit verhaal op persoonlijke titel geschreven.

In mei 1945 stond de administratie van de Joodsche Raad in lege kantoren in Amsterdam. De cartotheek van de Joodsche Raad bevond zich in de Jan van Eyckstraat. In deze cartotheek waren de administraties van afdelingen van de Joodse Raad samengevoegd. Elk van de 157.694 kaarten bevat persoonlijke informatie over het individuele lot van Joden. Na 1945 zijn de kaarten gebruikt om vast te stellen wat er met elk van hen tijdens de Sjoa is gebeurd. De cartotheek werd de spil van het informatiesysteem dat de gemeente Amsterdam samen met Volksherstel en de afdeling Amsterdam van het Rode Kruis opzette om nabestaanden in te kunnen lichten over het lot van vermiste familieleden. Dat werd de taak van het bureau ‘Opsporing Joodsche personen’, Staalstraat 7b Amsterdam.

De cartotheek naar de Hollandsche Schouwburg?

In 1946 wees de Nederlandse regering het Rode Kruis aan als instantie om het lot van alle vermiste oorlogsslachtoffers te onderzoeken en vast te stellen. Het jaar daarop brak er een conflict uit tussen de Haagse directie van het Informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis en de gemeente Amsterdam. Den Haag eiste de cartotheek op, de gemeente Amsterdam weigerde en de Afdeling Amsterdam van het Rode Kruis stond achter de gemeente Amsterdam. De kwestie werd gesust door een brief van het Hoofdbestuur van het Rode Kruis, H.P.J. (Hans) van Ketwich Verschuur (1905-1996), gedateerd 2 maart 1948, aan de voorzitter van het Comité Hollandsche Schouwburg, S. de Wolff (1878-1960). Over de cartotheek schreef Van Ketwich Verschuur, zelf voormalig politiek gevangene:
’ …dat de kartotheek van de voormalige Joodse Raad, toch waarlijk een unieke collectie, alsmede het daarbij behorende documentatiemateriaal, in ons bureau te Amsterdam als zeer waardevol werkmateriaal wordt gehanteerd en voor de historie van blijvende waarde zal zijn, ook wanneer de werkzaamheden in verband met de huidige aard van het Informatiebureau ten einde zullen zijn gekomen, waardoor het voorzeker een plaats in de Schouwburg ten volle waard is.[2]

Hier zijn twee feiten opmerkelijk. Het Rode Kruis had kennelijk besloten de cartotheek met het daarbij behorende documentatiemateriaal uiteindelijk over te dragen aan de Hollandsche Schouwburg. In het bestuursarchief van het Rode Kruis is geen besluit te vinden met die inhoud, terwijl het afschrift van deze belangrijke brief in dat archief niet is terug te vinden.

Er is geen afschrift van de brief in het Rode Kruisarchief, de afspraak werd vergeten en toen in 1949 het Amsterdamse informatiebureau werd opgeheven, verhuisde de cartotheek naar het Informatiebureau in Den Haag en bleef bijna 70 jaar deel van het werkarchief van het Informatiebureau.

De verhouding tussen een museaal object en een digitaal bestand

Regina Grüter, voorzitter van de commissie die adviseerde over de bestemming van de cartotheek van de Joodse Raad

Op grond van het advies van de commissie-Grüter heeft het Rode Kruis in januari 2021 besloten de cartotheek over te dragen aan het Joods Cultureel Kwartier, terwijl het beheer van de digitale versie een taak van het Nationaal Archief zal blijven.

De originele cartotheek zal in Amsterdam als museaal object worden geconserveerd en getoond worden aan het publiek. De digitale versie zal worden gebruikt de informatie in het systeem te ontsluiten. Vanuit moreel perspectief is die overdracht een juiste beslissing, zeker gezien het aanbod van het Hoofdbestuur van het Rode Kruis in 1948 om de cartotheek en het daarbij behorende documentatiemateriaal aan de Hollandsche Schouwburg over te dragen.

De eerste vraag die moet worden beantwoord is of de digitale versie van de cartotheek volledig is en of de kwaliteit van de scans voldoende is voor (wetenschappelijk) onderzoek.

Hoe compleet is de digitale versie?

De cartotheek is in 2006 in samenwerking met Herdenkingscentrum (HC) Kamp Westerbork gedigitaliseerd met een resolutie van 300 dpi. Dit was een stap die het werk van HC Westerbork, het Joods Cultureel Kwartier (dat in 2011 een digitale kopie kreeg) en het Rode Kruis vooruit heeft geholpen. Maar nu zijn de beperkingen van deze versie duidelijk. De resolutie is voor het lezen van de handgeschreven kaartjes vaak onvoldoende. Dat betekent dat onderzoekers in bepaalde gevallen de originele cartotheek ter beschikking zullen moeten hebben, om de kaarten goed te kunnen lezen.
Verder moeten we vaststellen dat niet alle kaartjes zijn gescand en daarvoor zijn drie oorzaken aan te wijzen.

    1. De archief-historische redenen:
      a) een deel van de kaarten is nooit in de cartotheek terechtgekomen. Deze zijn in het archief van de Joodsche Raad (NIOD 182/290 Cartotheek van gevangenen die op 31 juli 1944 naar Bergen-Belsen en Theresienstadt zijn gedeporteerd, 1944), ca. 390 kaarten.
      b) Sommige kaarten zijn hergebruikt. Op de achterkant van die kaarten staan gegevens van een persoon die zijn doorgehaald. Bij het indexeren van de kaarten is uitsluitend naar de voorkant gekeken, de doorgehaalde gegevens op de achterkant zijn evenzeer van belang. Dit betreft minder dan 1% van de kaarten.
    2. De technische redenen:
      a. Massascanning leidt er toe dat een klein deel van de kaarten, 1% of minder, niet wordt gescand. Gezien het feit dat ieder kaartje voor een slachtoffer staat, moet dat worden gecorrigeerd.
      b. Een klein deel van de kaartjes is om archief-technische redenen niet gescand. Bij het indexeren van de kaarten zijn interpretatiefouten gemaakt. Zo is in een aantal gevallen de deportatiedatum in het veld “geboortedatum” ingevuld.
      c. De overzichtskaarten met verwijzingen naar de schrijfwijzen van de vermelde achternamen en hun plaats in de reeks zijn niet gedigitaliseerd.
    3. De organisatorische reden: In de jaren dat de cartotheek door het Rode Kruis werd beheerd, zijn sommige kaarten in de persoonsdossiers terechtgekomen. Dat was overigens tegen de gebruikelijke werkwijze in, maar het is gebeurd. Ook dat betreft 1% of minder van het totaal aantal kaarten.

Mijn schatting is dat er tussen de 800 en 1200 kaartjes met persoonlijke gegevens van slachtoffers niet digitaal beschikbaar zijn. Gezien het humanitaire belang van ieder kaartje, moet dit worden hersteld.

Het gebruik van de digitale cartotheek via Arolsen Archives

Het Nationaal Archief is de digitale curator van de cartotheek, maar biedt deze bron zelf niet aan. Daarvoor moet je naar de website van Oorlogsbronnen, die gebruik maakt van Arolsen Archives. Het Nationaal Archief heeft de bestanden aan Arolsen Archives overgedragen. Vermoedelijk om juridische redenen (de beperkingen van de Algemene Vverordening Gegevensbescherming, AVG) biedt het Nationaal Archief de toegang niet op de eigen site aan.

Nu is het gebruik van digitale historische gegevens bestanden pas zinvol als de gebruikers beschikken over begrijpelijk gestructureerde informatie om de gegevens op de kaarten te kunnen interpreteren. Dat zal geen probleem zijn met de simpele kaarten waarop uitsluitend naam, adres, geboortedatum en deportatiedatum te zien zijn. Het is echter een geheel andere kwestie als de kaartjes handgeschreven procesinformatie en afkortingen bevatten.

Oorlogsbronnen verwijst op de eigen website naar context-informatie, zoals publicaties die ondergetekende over dit onderwerp op het internet heeft geplaatst. Studiezaalbezoekers van het Nationaal Archief krijgen ook een gids met afkortingen en nadere verklaringen. De (internationale) gebruiker van Arolsen Archives krijgt die informatie niet in een bruikbare vorm tot zijn beschikking. Daarbij komt nog de complicatie dat een nabestaande, die de Nederlandse en Duitse taal niet beheerst, de kaarten eerst moet laten vertalen voordat de historisch-inhoudelijke vraag aan de orde komt.

Het aanbieden van gegevens die een groot deel van de bezoekers niet begrijpt, schiet het doel voorbij. HC Westerbork, het Joods Cultureel Kwartier en ook het NIOD weten hoe dergelijke inhoudelijke vragen beantwoord kunnen worden.

Hoe bereiken we de digitale duurzaamheid van de cartotheek?

In de eerste plaats moet de cartotheek worden gescand volgens hoge  kwaliteitsmaatstaven:  resolutie 600dpi. Dit kan gebeuren nadat exact in kaart is gebracht welke kaarten er niet zijn gescand. Deze moeten op de juiste plaats in de series worden geplaatst. Dat betekent in ieder geval het doorzoeken van de persoonsdossiers bij het Nationaal Archief, het scannen van de kaarten bij het NIOD, en het tellen van de fysieke kaarten per bak in de originele cartotheek.

In de tweede plaats moet er worden vastgesteld welke informatie er voor de gebruikers ter beschikking moet worden gesteld. Op dat gebied is er al veel inhoudelijk onderzoek gedaan, maar de wijze waarop die zogenaamde meta-informatie aan de cartotheek kan worden gekoppeld is een zaak voor digitale specialisten.

In de derde plaats dient er onderzoek te worden gedaan naar de verhouding tussen de cartotheek en de andere historische bronnen. Dat onderzoek is van belang om de juiste koppelingen te kunnen maken tussen de diverse digitale bronnen die beschikbaar zijn. Dergelijk onderzoek geeft inzicht in de context van het materiaal. Duurzame digitalisering betekent niet alleen het schieten van plaatjes, maar juist dat er gezorgd wordt voor meta-informatie waarmee de informatie voor nieuwe generaties toegankelijk en begrijpelijk is. Er moet een personele en digitale infrastructuur worden opgezet waarmee de expertise wordt vastgehouden en uitgebreid.

Wie zijn verantwoordelijk? In principe natuurlijk “iedereen” maar dat zal niet leiden tot actie. Vier bestuurders dragen de morele verantwoordelijkheid voor de duurzame digitalisering en toegankelijkheid van deze cartotheek:

  • Het Nationaal Archief, als de huidige digitale curator: Marens Engelhard, Algemeen Rijksarchivaris;
  • Het Nederlandse Holocaust Museum i.o., hoeder van de herinnering: Emile Schrijver, directeur;
  • Netwerk Oorlogsbronnen, Puck Huitsing, programmadirecteur;
  • Het Nederlandse Rode Kruis, als voormalig beheerder en verdediger van de humanitaire waarden: Marieke van Schaik, directeur.

Conclusie

Slachtoffers van de Sjoa mogen niet voor een tweede keer verdwijnen. Dat vereist bijzondere zorgvuldigheid van de verantwoordelijke digitale curator, die wordt gedeeld door bestuurders van de andere betrokken organen. Als monument en als informatiebron heeft de Joodsche Raadcartotheek een onschatbare humanitaire en historische waarde. Het is een samenhangend systeem dat het bewijs vormt dat én hoe de Sjoa heeft plaatsgevonden. Juist voor deze cartotheek is het van belang een goed plan voor de duurzame herinnering op te stellen, zodat ook op de lange termijn de herinnering en het historisch onderzoek gewaarborgd zijn.

Raymund Schütz,
rechtshistoricus, voormalig archivaris Oorlogsarchief Nederlandse Rode Kruis.
(op persoonlijke titel geschreven)

Maart 2021

[1] ‘Nationaal Archief is niet de juiste plek voor beladen documenten Shoah’ | Het Parool

[2] Brief d.d. 2 maart 1948, Hoofdbestuur Nederlandse Rode Kruis aan Sam de Wolff, vz. Actiecomité Holland-sche Schouwburg. Stadsarchief Amsterdam, 624 Archief van het Comité Hollandsche Schouwburg, inv. nr 2, ingekomen en minuten van uitgaande stukken. 1946-1953, 1959-1960, 1971.

Zie ook:
1. Cartotheek Joodse Raad naar Nederlands Holocaust Museum
2. Marens Engelhard – Hoe vollediger, hoe beter

Print Friendly, PDF & Email

International guest?

Please visit our English page if you want to know what we do. Read more »

Komende activiteiten

transcriptie

De redactie van deze website hanteert voor de transcriptie van Hebreeuwse en Jiddisje woorden de spellingsregels van sofeer.nl

Oudere berichten zoeken

De eerste stappen…

Praktische introductie Joodse genealogie

Doorzoek deze website

Voor leden

facebookMeld u aan bij onze besloten Facebookgroep

© 2022 Nederlandse Kring voor Joodse Genealogie