De oudste voorvader van mijn moeders familie Weisser, Matthes Jacob, geboren omstreeks 1810 in het sjtetl Buczacz, Galicië (nu in Oekraïne) had een winkeltje in klaver en gist op nummer 14 van de Rynek, de vierkante marktplaats met in het midden het monumentale Italiaanse raadhuis als een vlag op een modderschuit. Gist was een bijprodukt van bierbrouwerijen uit aardappelen en werd door de huisvrouwen uit de wijde omtrek gekocht om thuis brood te bakken. De welgestelden onder de joodse kooplieden verkochten hun waar in winkeltjes, de armeren vanuit kraampjes.